PANTHEÏSME

PANTHEÏSME

IMMANENT OF TRANSCENDENT

Het pantheïsme ziet God niet als een buiten de dagelijkse werkelijkheid staande entiteit en niet als een persoon.

Als we het over het al hebben, bedoelen we dus de dingen, planten en dieren, mensen, kortom alles.
Traditionele religies denken dat dit al door iets anders veroorzaakt moet zijn dat buiten het al staat.

Moderne wetenschap betwist het idee dat evolutie op een resultaat gericht is. Het idee dat de mens dus bedacht is, als hoofd van de schepping, met een speciale band met de veroorzaker van het al, is wetenschappelijk moeilijk vol te houden.

De pantheist ziet de veroorzaker van het al niet als iets wat buiten dit proces staat, maar zo je wilt, dit proces zelf. Het wonder van het bestaan zit hem in alles wat bestaat.

‘Er is slechts één substantie’, bewijst Spinoza in zijn Ethica.

Alles wat er is, is God.
God is het zijn.

ERFZONDE

De mens zou bij zijn geboorte al zondig zijn, de zgn. ‘Original Sin’

Maar volgens het pantheïsme is dat een misvatting:
Het prachtige scheppingsverhaal uit de Bijbel stelt dat Adam en Eva het Paradijs uit ‘gedonderd’ werden nadat ze van de boom der kennis gegeten hadden.

Dat is een mooie manier om te zeggen dat de mens met zijn Rede (verstand) verantwoordelijk is voor zijn daden, waar dieren dat niet zijn.

Het paradijs is dus een toestand waarin je gewoon leeft zoals je aanvoelt zonder dat je allerlei morele keuzes voelt en de verantwoordelijkheid die daarmee samenhangt.

Wanneer de paradijselijke onschuld verloren raakt, wil dat nog niet zeggen dat we gelijk zondaren zijn vanaf onze geboorte. Niemand kan ons aanrekenen wat wij niet zelf veroorzaakt hebben.
Wij hebben dus geen behoefte aan een verlosser, maar nemen de verantwoordelijkheid voor ons eigen handelen serieus er van uitgaand dat we menselijk, faalbaar zijn.

Meer dan ons best kunnen we niet doen, en hoeven we ook niet te doen.


PANTHEÏSME II

GOD OF ALLES

De ruimte en de tijd, de materie, de natuur en zelfs de mogelijkheid dat er is, alles, en dus ook wij, zijn een deel van het al.

Waarom zou je alles ‘God’ noemen en niet gewoon ‘Alles’?

Wanneer je in de natuurkunde of de biologie ontdekt hoe fantastisch alles in elkaar steekt, het een niet zonder het ander kan, en dat je daar deel van uitmaakt, dan voel je je klein en tegelijk bijzonder.

Misschien kun je niet geloven in een hogere macht, maar dat wil niet zeggen dat je geen ontzag kunt voelen en het idee hebt dat je onderdeel bent van iets bijzonders.

Veel verschil met religieuze ervaringen zoals die die bijvoorbeeld door Bach getoonzet is er niet.

Zo ontstaat er een religie, een Godsbesef dat geen behoefte heeft aan onbegrijpelijke, onnodige zaken die de dagelijkse werkelijkheid zouden ontstijgen.

Wij willen op deze pagina’s onze gedachten over deze denkwijze uiten, in filosische, religieuze en soms poetische stukken. En we willen dat jij reageert, want jij bent ook een stukje God.